Betekenis: geld.
Tag: Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal – J. Vercoullie (1925)
poelepetaat
Betekenis: schilderij.
pieren
Betekenis: goed bekijken.
pagadder
Betekenis: slecht mens.
paljas
Betekenis: strozak; hansworst.
harpuis
Betekenis: soort hars; spiegelhars.
Varianten: arpoys; haarpöss; harpeis; harpeiss; harpeus; hârpîke; harpis; harpix; harpoesz; harpoi; harpois; harpöits; harpojs; harpöss; harpoys; harpüs; harpüse; harstpik; hartpik; harzbech; herpois.
Werd gemengd met koehaar, vet, zwavel en gruis van glas op de buitenwand van houten schepen gesmeerd ter bescherming.
harpuizen
Betekenis: met harpuis bestrijken.
oorlam
Betekenis: borreltje; bevaren matroos.
Van orang lama.
oeken
Betekenis: brommen.
nooslijk
Betekenis: krakeel.