Betekenis: nippertje.
Tag: Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal – J. Vercoullie (1925)
nikker
Betekenis: watergeest; klaproos.
Variant: necker.
nibbelen
Betekenis: afbekken; trekkebekken.
neutelen
Betekenis: achteloos werken; talmen.
neuswijze
Betekenis: iemand die alles op reuk ontdekt.
neuken
Betekenis: stoten; tergen; knoeien.
Variant: nöken.
muisteren
Betekenis: onderzoeken.
Variant: muizen.
mortepaai
Betekenis: betaling voor niets; zondegeld.
sjappietouwen
Betekenis: rinkelrooien; moeren; pierewaaien.
moelje
Betekenis: havenhoofd.