kloef

Betekenis: klomp; lomp mens; lomperd; proppenschieter; holsblok; houten buis voor het castreren van hengsten.

keper

Betekenis: weefpatroon waarbij de inslag verspringt, visgraatmotief in weefsel.

In de bouwkunde is een keper een dakspant.

Bron: Joostdevree.nl

sycofant

Betekenis: beroepsverklikker, gemene bedrieger, inkruiperige vleier.

De gekwetste buffel, die al ontploft als een journalist weigert hem met excellentie aan te spreken, ligt op ramkoers. Frenske is net als in 2019 omringd door sycofanten. Sycofant is een moeilijk woord voor slijmer, strooplikker, pluimstrijker, hielenlikker en kontkusser.

Arthur van Amerongen

radbraken

Betekenis: executeren met behulp van een rad.

De beul bond de veroordeelde op een wagenwiel, brak zijn ledematen en bracht hem daarna soms ter dood om het lijden te bekorten.

Het bijwonen van een terechtstelling was in de middeleeuwen populair dagje uit voor het hele gezin.
(Ets uit 1633 van de heer Jacques Callot)

abecedarium

Betekenis: een vorm van acrostichon waarvan de opeenvolgende regels met de opeenvolgende letters van een alfabet beginnen.

A is een aapje, dat eet uit zijn poot.

B is de bakker, die bakt voor ons brood.

C is Charlotte, die drinkt chocolaad.

D is de Dame, die drentelt op straat.

E e is een ezel, die gaat naar het land.

F is de fruitvrouw, met fruit in haar mand.

G is een geitje, en Gijs staat er bij.

H is ons Hansje, met een sjerp op zij.

I is de inktpot, waar Pietje uit schreef.

J is het jasje, dat kreeg Klaas van zijn neef.

K is een koopman, die koffie verzond.

L is de landman, die leeuweriken vond.

M is de molen, die maalt door de wind.

N is een nestje, dat Nicolaas vindt.

O is een otter, die zwemt in het meer.

P is een papegaai, die pikt aan een peer.

Q is Quirinus, die zuurtjes uitdeelt.

R is de rover, die appelen steelt.

S is het scheepje, waar Steven mee speelt.

T is een trommel, die Tante mij schonk.

U is een uiltje, dat zit op een tronk.

V is de visser, met vis in zijn schuit.

W is een wagen, daar rijd ik mee uit.

X is een letter, ken je die wel?

IJ is de ijsbeer, die wit is van vel.

Z is de zeeman, die wuift je vaarwel.

A is een aapje – Rie Cramer (1936)
Ga naar de inhoud