Betekenis: schapenvellen van de wol ontdoen.
Plukken, pluizen, uitpluizen, de veren van een vogel plukken.
een soort Koeterwaalsch maar dan anders
Betekenis: schapenvellen van de wol ontdoen.
Plukken, pluizen, uitpluizen, de veren van een vogel plukken.
Betekenis: knuppel, wapenstok, gummiknuppel.
Betekenis: ongemanierde kerel, patser, gemene kerel.
Naauwelijks stond Flanor voor het stadhuis, of Gustaaf en een Kaapenaar stonden tevens op de Breestraat, op de hielen gevolgd door eene bende Leidsch gepeupel en eenige bezeten ploerten.
Johannes Kneppelhout, Studenten-typen, 1839-1841
Betekenis: dwarsbalk op een wapenschild.
Betekenis: kwade trouw, bedrog, boze bedoeling.
Betekenis: kraaksneeuwen.
Betekenis: sneeuw met hagel.
Betekenis: snoepen; lekker eten; peujen; snaaien; schransen; droog voedsel eten tussen de maaltijden.
Varianten: nassen; naschen; naschjen; nasschen.
Betekenis: boomstronk; wortelblok.
Varianten: tsok; tsjok; tjokke.
Betekenis: barsten; insnijdingen maken; kiemen; kloven; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; openspringen; splijten.