Betekenis: vergeefse reis.
Tag: Westfries
hillegaar
Betekenis: volledig.
opwuppen
Betekenis: verwonderen.
Deer wup ik van op! (daar kijk ik van op).
anverdan
Betekenis: erop uit.
Variant: ’n mooi sjouwtje.
mònster
Betekenis: geweldig.
’t Gaat mònster! (Het gaat super!)
wrikbillen
Betekenis: zenuwachtig zijn; niet stil kunnen zitten.
Variant: gatwrikken.
Zitten alsof de plas met moeite opgehouden wordt.
ousk
Betekenis: muf.
prieken
Betekenis: smeren, kladden, knoeien, morsen.
boet
Betekenis: houten schuur; houten bijschuur.
Varianten: boede; boed; boei; boe; bot.
Op het waddeneiland Texel duidt de benaming vooral een kleine schuur aan die diende als opslag voor hooi en ander voer voor de schapen. Het wordt daarom ook wel een schapenboet (Westfries: skeipeboet, Tessels: skéépeboet) genoemd. Schapen stonden echter nooit zelf in een boet, daar was de schuur te klein voor.
Uitdrukking: een buk als een boetje (teveel gegeten hebbende).