nurks

Betekenis (bijwoord): knorrig; nors; lomp; gemelijk; hatelijk; brommerig; chagrijnig; humeurig; korzelig; nukkig.
Betekenis (zelfstandig naamwoord): nurks persoon; brommerig mens; brompot; brombeer; een nors man; grompot, iezegrim, izegrim; ijsbeer; kribbebijter; knorrepot; nijdas; neetoor; nors man; onvriendelijk mens.
Variant: nurksch.

Afgeleid van nurk: knorrig, kwaadaardig persoon; iemand die voortdurend knort; brompot; wreedaard (begin 17de eeuw).
Nurk hoort bij het werkwoord nurcken of nurken: knorren; morren (begin 17de eeuw). Nurken is een intensivum van norren (waarvan nors).

Een onaangenaam mens in de Haarlemmerhout: Nurks
Een onaangenaam mens in de Haarlemmerhout: Nurks

Robertus Nurks is een personage in de reality soap Camera Obscura (1839) van Nicolaas Beets (Hildebrand).
Batavus Droogstoppel in Max Havelaar of de koffij-veilingen der Nederlandsche Handel-Maatschappy (1860) van Eduard Douwes Dekker (Multatuli) is geïnspireerd door Nurks: een karikatuur van de oerdegelijke Nederlandse zakenman die niet het minste benul heeft van wat er in Nederlands-Indië gebeurt.

Verwant aan norke (nors), nork (brompot) en norck (streng; halsstarrig) nurken, nurken, nürken (knorren; kibbelen).
Betekenis (bijwoord): gemelijk; hatelijk; brommerig; chagrijnig; humeurig; knorrig; korzelig; nukkig; nors.

Ogryn Nork Deddog
Ogryn Nork Deddog

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ga naar de inhoud