spitsroede

Betekenis: dunne stok om mee te straffen.

Spitsroeden lopen was een militaire lijfstraf die tot in de 19de eeuw kon worden opgelegd aan soldaten. De veroordeelde diende een parcours af te leggen tussen twee rijen manschappen die de soldaat daarbij met een spitsroede slagen op de ontblote rug toebrachten.

jodenkoek

Betekenis: platte koek van zandgebak van zo’n 10 cm in diameter.

Varianten: jodekoek; odekoek.

De term «odekoek» komt voort uit een gevalletje doorgeschoten woke-heid van het oudste en bekendste jodenkoekenmerk Davelaar.

Bekende en representatieve Joodse Nederlanders zoals Ronny Naftaniel, Ronit Palache en Birgitta van Blitterswijk spraken zich uit tegen de naamsverandering.

Davelaar wilde hier waarschijnlijk een slaatje slaan uit de deugneuzenmarketing van de fabrikanten van voorheen de «negerzoen», de «moorkop» en «zigeunersaus», door dit na te doen. Omdat het woord «jood» door niemand als beledigend wordt ervaren slaat Davelaar hiermee de plank volledig mis.

Ga naar de inhoud