humoren

Betekenis: lichaamssappen.

De humorenleer is gebaseerd op het werk van de Griekse arts Hippocrates (ca 460-ca 370 v.Chr.) en werd later uitgewerkt door de Grieks-Romeinse arts en filosoof Galenus (129-201 n.Chr.). Volgens de theorie zijn er vier lichaamssappen of humoren: bloed, slijm, zwarte en gele gal. Zijn de vier sappen in balans, dan is er sprake van een optimale gezondheid (eucrasia). Raken de sappen uit balans, dan veroorzaakt dat ziekte of ongeluk (dyscrasia).

zwelen

Betekenis: smeulen; zeulen; zolen; zulten; zwillen; zwellen; zengen; pruttelen; sissen; schroeien; het bijeenharken van gemaaid gras; langzaam branden zonder vlam; gras verdorren; hooi maken.

Variant: swelen.

krijn

Betekenis: haarachtig vulsel voor kussens van banken en stoelen.

Krijn is ook de naam gegeven aan een schedelfragment van een Neanderthaler uit de Steentijd, vernoemd naar de vindplaats Krijn. Het kleine stuk met karakteristieke dikke wenkbrauwboog werd begin 21e eeuw ontdekt en is vooralsnog het enige Neanderthalerfossiel uit de Noordzee.

kevie

Betekenis: kooi.

Varianten: kee; keef; keuf; keve; kiever.

Naar de inhoud springen