Betekenis: kapot; weg; dood; verdwenen.
Varianten: àsfwijne; kassiewijne; kassiewijle; kassie-zes; kassiezes; gasjewijne; kasjewijne; sjewijne.
Rond 1950 in het Nederlands in gebruik gekomen via het Jiddisch hasjeweine (‘weg, verdwenen’). De oorsprong ligt in het Hebreeuwse hasjibhenu (‘doe ons terugkeren’). Dit is de aanhef van de liturgische tekst bij het wegdragen en aan het gezicht onttrekken van de wetsrol aan het eind van de joodse eredienst.
Asjeweine gaan kan weggaan en doodgaan betekenen.
Asjeweine maken betekent laten verdwijnen en vandaar ook stelen.
Kassie-zes als eufemisme voor de dood, refereert aan de zes planken waarvan een doodskist (opgevat als kastje) is gemaakt.