keukenmeidenverdriet

Betekenis: grote schorseneer.

Varianten: huisvrouwenleed; winterasperge; armeluisasperge; winterstaaf.

Keukenmeidenverdriet en huisvrouwenleed door het feit dat bij het schillen van schorseneren een kleverig melksap vrijkomt. Hierdoor krijgt men vieze handen en ontstaan donkere plekken op kledij en keukengerief, die moeilijk te verwijderen zijn.

Het gemak dient de mens… (foto: Henkie de Knip)

hucht

Betekenis: struikgewas; ruigte; heuvel(tje); hoogte.

Varianten: hoecht; hocht; hust; hoest.

bruggenbijter

Betekenis: leegloper; nietsdoener; straatslijper; baliekluiver; leuningbijter; manspersoon die hielp handkarren over een brug te trekken terwijl de eigenaar ervan van achteren duwde.

Variant: bruggentrekker.

De bruggentrekker werd in Amsterdam ook wel «kargadoor» genoemd. Die naam dankten de sterke bruggentrekkers aan de kreet die zij vaak riepen tijdens het werk: «Kar ga door!» Een van de bruggen over de Prinsengracht was het werkterrein van Christiaan Smit, een Jordanees die de bijnaam «Kikki de Kargadoor» kreeg. Hij hing de hele dag rond in de buurt van de brug om te hulp te schieten wanneer de Amsterdammers hun handkar niet zelf over de brug kregen. Zodra hij genoeg centen had verdiend, verdween hij naar een nabije kroeg om zijn geld om te zetten in drank, maar hij verloor daarbij de brug niet uit het oog. Christiaan overleed in 1940, als een van de laatste Amsterdamse bruggentrekkers.

Ga naar de inhoud