Betekenis: een oude inhoudsmaat, onder meer van vissersvaartuigen. In de Scheveningse visserij omvatte een last zeventien kantjes.
Categorie: vergeten woord
kantje
Betekenis: oude benaming voor een met (gekaakte en gezouten) haring gevulde houten ton aan boord van een vissersschip.
kroet
Betekenis: afval, uitschot, rommel; minderwaardig fruit.
victualiën
Betekenis: mondvoorraad of proviand. Eten en drinken.
cunnilingus
Betekenis: een vorm van orale seks waarbij met de tong of lippen de vulva seksueel wordt gestimuleerd.
pelita
Betekenis: nachtlampje.
zeildoekloodje
Betekenis: (17de eeuws) waarmerk voor de lengte van een in Crommenie vervaardigd zeildoek.


Meer informatie op de website van het Historisch Genootschap Crommenie.
zerp
Betekenis: wrang; zuur; scherp; ruw.
gosiant
Betekenis: venter van gerookte en/ of gebakken vis.
boksharing
Betekenis: bokking; koud gerookte haring.
Varianten: bekkem; boeksharing; boestering; boestring; bokkem; bökkem; bokkom; bokshoren; brado; brander; buckinc; buckem; bucken; buckink; bukkem; bukkum; harde bokkes; kipper; spekbokking; strobokking.
koud gerookt | warm gerookt | met kop | zonder kop | |
bokking | 🐟 | 🐟 | ||
brado | 🐟 | 🐟 | ||
brander | 🐟 | 🐟 | ||
kipper | 🐟 | 🐟 | ||
spekbokking | 🐟 | 🐟 | ||
strobokking | 🐟 | 🐟 |
De Engelse kipper is juist een koud in plaats van warm gerookte haring. (Links en rechts is ook een dingetje in Engeland.)
Het woord bokking is afgeleid van de dierennaam bok vanwege de onaangename geur. De uitgang -ing wordt vaak bij visnamen gebruikt, denk aan haring, paling, spiering en wijting.