lou loene

Lou loene wordt meestal gebruikt om aan te geven dat iets verkeerd liep of tevergeefs werd gedaan. Bijvoorbeeld in een zin als: ‘Ik ging nog even de stad in om laarzen te kopen, maar lou loene, het was veel te druk.’

Lou(w) loene (soms ook lau(w) loene) is aan het begin van de twintigste eeuw in gebruik gekomen. Het is Jiddisch; het gaat terug op het Hebreeuwse lo lanu (‘niet aan ons’), het begin van psalm 115 (“Niet ons, HEER, niet ons / geef uw naam alle eer / om uw liefde, uw trouw”).

Er zijn meer varianten van lou loene in omloop (geweest). In het boek Haar van boven (1988, Albert Mol) staat: “Ik ben op ’n goeie middag aan ’t scharrelen in de Vroom en Dreesmann, want ik denk: nou mot ik ’s kijken of mijn hetzelfde gebeurt als haar van boven. En ik de Vroom en Dreesmann in, maar lauw poepelemijne hoor.”

In De geheimtalen van J.G.M. Moormann staan nog meer gezegden en zegswijzen met lou, waaronder: louwpoekelen/louwsmoezen (‘niets zeggen voor de rechter’), van lau weten (‘van niets weten’), laumalochener (‘paard dat niet trekken wil’) en lau saai op de teps (‘kaal hoofd’).

Bron: Genootschap Onze Taal

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Ga naar de inhoud