Betekenis: een afkorting die wordt uitgesproken als een woord.
In het Nederlands zijn tal van acroniemen aanwezig zoals havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs), HEMA (Hollandsche Eenheidsprijzen Maatschappij Amsterdam) en de VAR (video assistant referee of, voor de ouderen onder ons, de verklaring arbeidsrelatie).
Let op: niet alle afkortingen zijn acroniemen. Bij een acroniem moet elke letter een apart woord voorstellen. Benelux (België, Nederland, Luxemburg) en COVID-19 (coronavirus disease 2019) zijn dus geen acroniemen, maar lettergreepwoorden.