Betekenis: trekkende zeevis die voorkomt in de Noordzee, het oosten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.
Een magere, smakelijke vis die zowel gegrild, gestoofd als gerookt erg lekker is. De rug is donkergroen, de zijkanten zijn lichter met een zilveren glans.
In de zomer komt de geep algemeen voor in de Noordzee en daarom is hij vanaf mei volop vers te verkrijgen.