Betekenis: gebak.
Tag: Beknopt etymologisch woordenboek der Nederlandsche taal – J. Vercoullie (1925)
kitsen
Betekenis: speeksel uitschieten; keilen.
kiskassen
Betekenis: smullen; keilen.
gappen
Betekenis: stelen.
hakketeren
Betekenis: hakken.
kwinkslag
Betekenis: snaaks gezegde; insinuatie; vlugge, verrassende slag of zet; geestig gezegde; aardigheid.
beuren
Betekenis: opheffen, tillen, optillen, innen.
zwatelen
Betekenis: lispelen; zwetsen; luid door elkaar praten.
aamborstig
Betekenis: kortademig.
afgeleid van angborstig. Ang is verwant met eng. Iemand die aamborstig is heeft dus een enge benauwde borst.
sikker
Betekenis: dronken.
Varianten: sik; sjikker.