Betekenis: een sterke geweven textielstof in kruiskeperbinding.
Tag: Chronologisch Woordenboek – N. van der Sijs (2001)
In deze studie zijn de voornaamste woorden uit de Nederlandse woordenschat voor het eerst in chronologische volgorde gezet: van het oudste woord wad `doorwaadbare plaats’ uit 107 n. Chr. tot weblog uit 2000. In totaal passeren ruim 18.000 woorden de revue.
Daarnaast zijn groepen woorden met eenzelfde herkomst bij elkaar gezet. Daarbij worden vragen beantwoord zoals: Welke nieuwe inheemse woorden dateren na 1950? Welke muziektermen heeft het Nederlands uit het Italiaans geleend? In welke eeuw zijn de meeste Indonesische woorden overgenomen? En: uit welke taal hebben wij de meeste woorden geleend?
Ook is gekeken naar de ouderdom en herkomst van een groot aantal betekenisverwante woorden, zoals de namen voor beroepen, drugs, groenten, munten, muziekinstrumenten, transportmiddelen, wapens en zoogdieren, Hieruit blijkt bijvoorbeeld uit welke talen wij de meeste biernamen, kleurnamen en sporttermen hebben geleend, en in welke periode dat is gebeurd.
Waarom dateren alle soepnamen van na 1700? En sinds wanneer kennen we de namen van honden- en kattenrassen? Het Chronologisch woordenboek is het eerste boek dat op deze vragen een antwoord geeft.
Hieronder staan alle woorden uit dit boek die zijn opgenomen in deze website.
zwijntje
Betekenis: (gestolen) fiets.
knudde
Betekenis: waardeloos. Zie ook ‘naatje pet‘.
parafernalia
Betekenis: bij iemand of iets behorende zaken.
boksharing
Betekenis: bokking; koud gerookte haring.
Varianten: bekkem; boeksharing; boestering; boestring; bokkem; bökkem; bokkom; bokshoren; brado; brander; buckinc; buckem; bucken; buckink; bukkem; bukkum; harde bokkes; kipper; spekbokking; strobokking.
koud gerookt | warm gerookt | met kop | zonder kop | |
bokking | 🐟 | 🐟 | ||
brado | 🐟 | 🐟 | ||
brander | 🐟 | 🐟 | ||
kipper | 🐟 | 🐟 | ||
spekbokking | 🐟 | 🐟 | ||
strobokking | 🐟 | 🐟 |
De Engelse kipper is juist een koud in plaats van warm gerookte haring. (Links en rechts is ook een dingetje in Engeland.)
Het woord bokking is afgeleid van de dierennaam bok vanwege de onaangename geur. De uitgang -ing wordt vaak bij visnamen gebruikt, denk aan haring, paling, spiering en wijting.
boezeroen
Betekenis: herdersjas; kiel; visserskiel; overhemd; werkhemd.
Varianten: bazeroen; bazeloen; barzeloen; basseloen; bazeroel; boezeloen; bozzeloen; bosseloen; boezelaan; boezeroes; moezeroen; bloezeroen; blazeroen.
doublet
Betekenis: dubbel exemplaar.
wambuis
Betekenis: een hemd dat onder het pantser werd gedragen; buis (kledingstuk).
Varianten: wambaes; wambeis; wambois; wambuus; wammes; wambōs; wambūs; wambes; wams; wambīs; wambas; wambais.
coterie
Betekenis: kring van personen die doorgaans door hun maatschappelijke stand, ideeën of idealen met elkaar verbonden zijn en vaak met uitsluiting van anderen elkaars omgang zoeken en elkaar bevoordelen; besloten gezelschap; kliek; besloten gezelschap.
palpatie
Betekenis: uitwendig of inwendig met de hand of handen voelen aan of kloppen op een patiënt als onderdeel van geneeskundig onderzoek.
Palperen is het werkwoord.