fielt

Betekenis: bandiet, boef, bogger, deugniet, doerak, doortrapte schurk, ellendeling, gemeen mens, gemeen persoon, gemene kerel, gemene vent, gemenerik, gladakker, mispunt, naarling, onbeschaafd persoon, onbeschaamd mens, onguur persoon, onverlaat, patjakker, ploert.

desolaat

Betekenis: troosteloos, verlaten, rampzalig, verwoest, eenzaam.

rut

Betekenis: blut; berooid; platzak.

Maar ook: onkruid.

Variant: rutje.

heep

Betekenis: sikkelvormig mes.

Kiberspassk met een heep.

veziken

Betekenis: fluisteren.

gaffel

Betelekenis: neus; tweetandige vork.

tremel

Betekenis: trechter in graanmolen.

Variant: treem.

Trechter waardoor het graan loopt dat in een molen wordt gemalen.

verlakken

Betekenis: bedriegen.

boel

Betekenis: bijzit; naverwant; geliefde; minnaar; minnares.

kween

Betekenis: genetisch vrouwelijk hoefdier waarbij in meer of mindere mate geslachtskenmerken van mannelijke dieren aanwezig zijn; oude, truttige vrouw; onvruchtbare koe.

Variant: kwee.

Ga naar de inhoud