Betekenis: barsten; insnijdingen maken; kiemen; kloven; ontkiemen; ontspringen; ontspruiten; openspringen; splijten.
Tag: Etymologisch Woordenboek – Van Dale (1997)
heep
Betekenis: sikkelvormig mes.

nomofobie
Betekenis: overmatige angst voor het niet continu bereikbaar zijn via een mobiele telefoon.
Deze angst kan veroorzaakt worden door het buiten bereik zijn, het vergeten van het toestel of een slecht functionerend toestel.
boksharing
Betekenis: bokking; koud gerookte haring.
Varianten: bekkem; boeksharing; boestering; boestring; bokkem; bökkem; bokkom; bokshoren; brado; brander; buckinc; buckem; bucken; buckink; bukkem; bukkum; harde bokkes; kipper; spekbokking; strobokking.
koud gerookt | warm gerookt | met kop | zonder kop | |
bokking | 🐟 | 🐟 | ||
brado | 🐟 | 🐟 | ||
brander | 🐟 | 🐟 | ||
kipper | 🐟 | 🐟 | ||
spekbokking | 🐟 | 🐟 | ||
strobokking | 🐟 | 🐟 |
De Engelse kipper is juist een koud in plaats van warm gerookte haring. (Links en rechts is ook een dingetje in Engeland.)
Het woord bokking is afgeleid van de dierennaam bok vanwege de onaangename geur. De uitgang -ing wordt vaak bij visnamen gebruikt, denk aan haring, paling, spiering en wijting.
boezeroen
Betekenis: herdersjas; kiel; visserskiel; overhemd; werkhemd.
Varianten: bazeroen; bazeloen; barzeloen; basseloen; bazeroel; boezeloen; bozzeloen; bosseloen; boezelaan; boezeroes; moezeroen; bloezeroen; blazeroen.
kamizool
Betekenis: vest; borstrok;
Varianten: kammezaol; kammezol; kamisool; kamezulke; kamezielke.
doublet
Betekenis: dubbel exemplaar.
wambuis
Betekenis: een hemd dat onder het pantser werd gedragen; buis (kledingstuk).
Varianten: wambaes; wambeis; wambois; wambuus; wammes; wambōs; wambūs; wambes; wams; wambīs; wambas; wambais.
borstrok
Betekenis: warm, wollen onderkledingstuk gedragen tussen hemd en bovenkleding.
Variant: hemdrok.
knapzak
Betekenis: een zak met eten voor op reis.

Het woord is afkomstig van het oud-Nederlandse woord voor eten: «knappen».