Betekenis: rare of vervelende vent; vreemde snuiter; klier.
Tag: Groot scheldwoordenboek – M. De Coster (2007)
Het Groot Scheldwoordenboek is in 2007 geschreven door Marc de Coster. Marc is altijd al gepassioneerd geweest met woorden en heeft daardoor ook al verschillenden woordenboeken op zijn naam staan. Hij won zelfs in 2003 de Kruyskamp prijs van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde.
De naam zegt het natuurlijk al, het scheldwoordenboek staat vol met grappige en grove scheldwoorden. Ideaal als je een keer creatief uit de hoek wilt komen tijdens een scheldpartij of om gewoon lekker doorheen te bladeren en te lachen.
Van achterlijke gladiool tot zweefteef, van natnek tot slons, het kan niet gek genoeg in het scheldwoordenboek door Marc de Coster.
femelaar
Betekenis: kwezelachtig persoon; schijnheilige.
plebejer
Betekenis: onbeschaafd iemand, asociaal persoon, onopgevoed persoon.
natnek
Betekenis: waardeloze kerel; vent van niks.
tata
Betekenis: Nederlander.
Ook wel een blanke, een witte, een kaas, een kaaskop, een patat genoemd.
Of gewoon rotnederlander.
koekeloeris
Betekenis: sul, sukkel, lummel; janhen.
poot
Betekenis: mannelijke homoseksueel.
Verkorting van ruigpoot. Andere varianten zijn ruigjoeker, ruigridder. Zie ook: gevoelsgenoot, Hagenaar en Utrechtenaar.
Afkomstig van poot in de betekenis hand, en wel de rug, de ‘verkeerde’ kant, de achterkant van de hand, waarbij het gebaar van het kloppen van de palm van de ene op de rug van de andere illustratief is.
pakhaas
Betekenis: renner die verboden middelen gebruikt of hiervan beschuldigd wordt.
beugelboer
Betekenis: orthodontist.
bekkenbeul
Betekenis: tandarts.