Betekenis: al dan niet verplaatsbare aanvalstoren van ten minste gelijke hoogte als de vijandelijke muur. Middeleeuws belegeringswerktuig.
Tag: Groot woordenboek der Nederlandse taal – Van Dale uitgevers (1950)
smulpaap
Betekenis: iemand die vaak of graag veel en lekker eet.
opaak
Betekenis: ondoorschijnend, doorzichtig.
Opake mineralen, die ook in dunne sneden ondoorzichtig zijn.
sliklap
Betekenis: lap onderaan het voorspatbord van een fiets.
kaarden
Betekenis: ontwarren. Behandelen van ruwe katoen en wol.
Door middel van een kaarde de vezels van de te spinnen stof ontwarren en evenwijdig leggen: wol, katoen kaarden.
onbemiddeld
Betekenis: niet van aardse middelen voorzien, geen vermogen bezittende, arm.
Om in aanmerking te komen voor een woning kunt u op onze wachtlijst geplaatst worden.
Daarbij dient u te voldoen aan de voorwaarden die de gemeente Haarlem stelt aan het wonen in een huurwoning binnen haar grenzen en een vrouw te zijn vanaf ongeveer 55 jaar, alleenstaand en onbemiddeld.
Frans Loenenhofje, Haarlem
tonus
Betekenis: gespannenheid van weefsels.
Spanning (van een spier).
paladijn
Betekenis: iemand die aan het hof een waardigheid bekleedt, ridder uit het gevolg van Karel de Grote; ook toegepast op de helden van koning Arturs tafelronde.
In hedendaags Nederlands: een slaafse aanhanger.
talio
Betekenis: vergelding.
Het recht van vergelding waarbij ingeval iemand enig letsel wordt toegebracht, hetzelfde leed straffeloos aan de dader wordt toegevoegd.
Oog om oog, tand om tand.