huik

Betekenis: Nederlandse boerka.

Vanaf de veertiende eeuw liepen dames in de Nederlanden geregeld rond in een zogeheten huik, een lange klokvormige en soms geplooide mouwloze mantel van wollen stof. Anders dan gewone mantels, werd deze huik op het hoofd gedragen. Wie een huik droeg die het gelaat vrijwel volledig bedekte, kwam soms in de problemen. Net als tegenwoordig gold er vroeger namelijk soms een verbod op gezichtsbedekkende kleding.

horige

Betekenis: onderworpene.

De horigheid ontstond na de ineenstorting van het West-Romeinse Rijk in 476. Door deze verandering verdween er veel handel, verslechterden de wegen in Europa en ontstonden er ook onveilige situaties omdat het centrale gezag wegviel. Hierdoor zagen (aanvankelijk) vrije boeren zich gedwongen, in een systeem van feodalisme, bescherming te zoeken bij lokale machthebbers en edelen die hen konden beschermen.

Bron: Historiek.net
Ga naar de inhoud