Betekenis: woonwagen; schamel huis met veel rommel.
Nest van een hurk.
Tag: Honderd jaar stadstaal – Nicoline Sijs en Joep Kruijsen (1999)
triefelen
Betekenis: beuzelen; peuteren; bedrieglijk handelen; oneerlijk zijn; stoeien; dartelen; handtastelijk worden of zijn; zich met onbelangrijke of onnozele dingen bezighouden; zijn tijd verdoen; klungelen; prutsen; onbelangrijke of onzinnige dingen vertellen; bazelen; zwammen; peuterig bezig zijn; friemelen; om geld spelen; kruis of munt spelen als kinderspel; ongeoorloofd ruilen; verkwanselen.
Varianten: trijfelen; triffelen; trievelen; truffelen.
trijs

Betekenis: hijsbalk aan de daknok van een (pak)huis.
tiet
Betekenis: slappe of laffe vent.
Variant: mem.
robbeklopper
Betekenis: straatvechter.
Variant: robbeslager.
poerem
Betekenis: lawaai; drukte.
nechtig
Betekenis: aandachtig; serieus; haastig.
Varianten: nichtig; niftig.
kreb
Betekenis: herenclub.
kombof
Betekenis: klein afgesloten gedeelte in een café waar de consumptieprijzen iets lager zijn dan in de rest van het café.