Betekenis: geteisem, schorriemorrie, gespuis, tuig rapalje, schorum, geboefte.
Tag: Scheveningen
bendeltje
Betekenis: touwtje dat om de broekband wordt geknoopt bij wijze van broekriem.
garrent
Betekenis: zo noemde men vroeger in Scheveningen garnalen.
blinde
Betekenis: stiekem uit de fles drinken, ‘een blinde nemen’. Onder stevige drinkers in Scheveningen was het een goede gewoonte de fles jenever te verbergen in de stortbak van het toilet. De voordelen daarvan zijn evident: het waterverbruik per spoelbeurt daalt significant, de drank blijft goed gekoeld en de kinderen kunnen er niet bij. Bij voorkeur gebruikte men de vierkante fles van Bokma, die paste prima in een hoekje van de stortbak.
last
Betekenis: een oude inhoudsmaat, onder meer van vissersvaartuigen. In de Scheveningse visserij omvatte een last zeventien kantjes.
kantje
Betekenis: oude benaming voor een met (gekaakte en gezouten) haring gevulde houten ton aan boord van een vissersschip.
victualiën
Betekenis: mondvoorraad of proviand. Eten en drinken.
fresnellens
Betekenis: een speciale lens die gebruikt wordt bij vuurtorens, navigatieverlichting en theaterbelichting.
luppe
Betekenis: slaan.
«Een paar luppe voâh je gok krège.»
gosiant
Betekenis: venter van gerookte en/ of gebakken vis.