Betekenis: masturberen.
Tag: Woordenboek der Nederlandsche Taal
Het WNT beschrijft de betekenis en geschiedenis van honderdduizenden woorden uit het geschreven Nederlands van 1500 tot 1976.
Het bevat ca. 95.000 hoofdtrefwoorden en ca. 1.700.000 citaten.
kapotje (2)
beloken
Betekenis: gesloten, verborgen.
utteren
Betekenis: klootzakken; klootviolen; kloten; beuzelen.
edik
Betekenis: azijn.
snorken
Betekenis: snurken; zich onder het maken van een suizend of gonzend geluid snel voortbewegen, inzonderheid door de lucht.
Varianten: snorcken; snorken; snarchen, snerken; snarken.
blerken
Betekenis: blèren.
schaluin
Betekenis: schobbejak; schelm; haveloos persoon.
Varianten: scherluin; schorluin; scharluin; schalluin.
boldootkar
Betekenis: spotnaam voor een strontkar of beerwagen.
Een strontkar of beerwagen was een – meestal houten – kar waarmee in de stad urine en ontlasting werd opgehaald. De strontkar ontstond in de 19e eeuw en verdween met de komst van het riool en toilet.
Boldoot was in vroeger jaren een bekend eau de cologne merk.
writsaard
Betekenis: geil, wellustig manspersoon; wellusteling.