wrochten

Betekenis: creëren; zware handenarbeid doen.

Vaak schertsend gebruikt voor voor het tot stand brengen van iets kunstigs.
«Zware handenarbeid doen» komt van de oorspronkelijke betekenis werken.
Eind achttiende, begin negentiende eeuw afgeleid van gewrocht, een oud voltooid deelwoord bij het werkwoord werken dat vervoegd werd als werken – wrocht – gewrocht.

watjekou

Betekenis: klap.

Varianten: ababbel; abbedudas; abberdoedas; abeldoedas; aberdoedas; appeldoedas; averdas; blaas-op; dobberopsojemiter; dof; dril; fleer; hababbel; habbedudas; haberdas; haberdoedas; harde slag; haverdas; haverdegortslag; heis; hengst; kaaksmeet; kanjer; kink; kinkert; kinnebakslag; klabedder; klabets; klets; lababbel; labberdoedas; lap; lawaai; lawabbes; lawibes; lebabber; lik; makke; matjekol; mep; muilpeer; okkie; oorveeg; opblazer; opbliksem; opchiffonnière, opsecretaire; opdobber; opdonder; opduvel; opflikker; opjakker; opkanjer; oplababbel; oplababber; oplatafel; oplawaai; oplawaaier; oplazer; oplelabber; opmepperd; opmiter; opnaaier; opneuker; oppetatter; oppeuter; opsalamander; opstopper; opzaniker; pats; peut; pomp; puim; saai; saberdas; tik; veeg; vive l’amour; vrijzetter; zeen.
Varianten: ’n watje kou; katjewou; lewatsjekou; watjekal; watjekau; watjeko; watjekouw; watjekow; watjikow; watsjekou.

watjekou
Dick Bos

Een goede watjekou wordt in het gezicht uitgedeeld.
Verbastering van het Engelse: what-you-call (wat mot je).

verschalen

verschalenBetekenis: geur- en krachteloos worden door te lang staan; bederven.
Voorbeeld: verschaald bier.

De geur en kracht gaat verloren door de ontwikkeling van bacteriën die de alcohol omzetten in melkzuur of azijnzuur en andere stoffen. Daarbij vermindert het koolzuurgehalte onder de invloed van lucht.

Afgeleid van het Duitse bijvoeglijk naamwoord schal, dat dor betekende.

Vaak wordt foutief verschraald gebruikt.

snaak

Betekenis: grappenmaker.

In het Vroegnieuwnederlands (1500-1700) gespeld als snaeck.
Ontleend aan het Middelnederduitse snake (slang; adder; grappenmaker).
Mogelijk afgeleid van het Proto-Germaanse snakan (kruipen; glijden).
Mogelijk afgeleid van snacken (babbelen).
Mogelijk afgeleid van het Nieuwhoogduitse (na 1600) schnake (grap).
Mogelijk afgeleid van het Hoogduitse schnake (snakken).

Wat een olijke snaak!

Ga naar de inhoud