Betekenis: het voortdurend opnieuw opkomen (in de sport, de kunst enz.) na een opmerkelijke afwezigheid.
Genoemd naar de Nederlandse kleinkunstenares Heintje Davids (1888 – 1975), die verscheidene malen een come-back maakte.
Tot ver in de jaren zestig bleef ze optreden, waarbij ze regelmatig aankondigde dat dit echt de laatste keer was.