Betekenis: verderfelijk; fataal; funest; noodlottig; rampzalig; laakbaar; pernicieus; schadelijk; slecht; subversief; omverwerpend; ondermijnend; onheilbrengend.
Nefastus is Latijn voor ongeluks-; zondig; verboden; rampzalig.
Fastus betekent geoorloofd; toegestaan.
Met ne- ervoor krijg je niet toegestaan.
Fastus is afgeleid van fas (goddelijke wet, wat is toegestaan volgens de goddelijke wet). Het was bij de Romeinen vooral bekend in de combinatie dies fasti (zittingsdagen van de rechter; later ook kalender). Dies nefasti waren dagen waarop (bijvoorbeeld om religieuze redenen) geen recht mocht worden gesproken.
Nefast is in België een gangbaar woord, in Nederland is het (bijna) vergeten.